Beschrijving
Hoe zorg je ervoor dat een geïmproviseerd verhaal leuk en spannend genoeg blijft? Hoe bedwing je je originaliteit, zodat het verhaal zich kan ontplooien? Langs welke wegen kun je zo’n verhaal ontwikkelen? Uitdagingen genoeg om een interessante workshop te vullen."Improvisatie is de vaardigheid uit de enorme bibliotheek van ervaringen en informatie die je in je hoofd hebt precies die elementen te kiezen die interessant zijn om te delen met het publiek."
(Michael Schumacher, danser en choreograaf).
Wie, waar en wanneer
Datum: Workshop op twee zaterdagen van 10.00 - 17.00 uur in Theaterhuis De Berenkuil, Utrecht.
Datum: zie kopje Cursusdata (rechts op groot scherm, onder op mobiel)
Docent: Arjen Uittenbogaard.
Lesgeld: € 215,- (Incl. 21% btw NL).
Voor wie?
Voor iedereen die tenminste een basiscursus heeft gevolgd en daarna zelf vertelervaring heeft opgedaan.
De docent
Arjen Uittenbogaard is verhalenmaker, verteller, improvisatieacteur en trainer. Hij maakt en vertelt verhalen bij muziek. Daarnaast gebruikt en doceert hij storytelling in zakelijke context. Hij regisseerde vertelvoorstellingen van het Vertelgenootschap Apeldoorn en coachte een afstudeerder van de Vertelacademie. Hij werkt daarbij graag vanuit improvisatie. Hij gaf een aantal jaar theatersportles bij kunstencentrum Markant in Apeldoorn.
Aanmelden
Klik bij het kopje Cursusdata op de cursus van je keuze of ga rechtstreeks naar het inschrijfformulier.
Is er nog geen datum gepland? Neem dan contact met ons op, zodat je een e-mail ontvangt zodra de datum bekend is. Leerroute-studenten worden geïnformeerd via het besloten forum.
Nog vragen? Kijk eerst even naar de inschrijfvoorwaarden en bij onze veel gestelde vragen voordat je belt of mailt!
NB: Vermeld voor de docent op het inschrijfformulier bij de ‘opmerkingen’ in het kort welke vertelervaring je na de basiscursus hebt opgedaan.
Opbouw
VaardigheidstrainingHet doel van deze training is om vaardigheden te verwerven om:
- Zo maar uit het niets aan een verhaal te beginnen en er als verteller onderweg voor zorgen dat het verhaal zich ontwikkelt, de toehoorders geboeid blijven en de vertelling op het juiste moment goed of slecht afloopt.
- De ruimte en vrijheid te voelen om direct op het publiek of op een situatie te kunnen reageren.
- Een programma om te gooien wanneer het niet aanslaat bij de doelgroep.
- Het publiek mee laten genieten van het ontstaan van een livevertelling.
Vaardigheden
We richten ons op de volgende drie terreinen:
Improviseren
Improviseren doe je met de associaties die in je hoofd opkomen.
- Hoe train je het associatievermogen.
- Hoe ga je om met de voortdurende stroom van ideeën in je hoofd.
- Hoe kun je leren om te vertrouwen op je eigen associatievermogen.
- Hoe zorg je ervoor dat het publiek en jezelf als verteller, de draad niet kwijtraakt.
Startposities
Welke mogelijke aanleidingen voor een vertelling zijn voor jou uitdagend en voor het publiek veelbelovend.
- Hoe zet je zo’n idee om in een verhaalbegin.
- Hoe zorg je ervoor dat na de veelbelovende start het verhaal niet aan vaart verliest.
Flexibiliteit
Tijdens het vertellen kan het verhaal, op geschikte momenten, een andere weg inslaan, een ander perspectief kiezen.
- Hoe herken je die momenten en welke keuzes liggen er dan voor je.
Competenties
De student:- Ontwikkelt een zekere vaardigheid in het starten, ontwikkelen en afronden van een verhaal vanuit improvisatie.
- Ontwikkelt een zekere vaardigheid in het direct reageren op het publiek of de situatie.
- Maakt kennis met methoden om zijn associatievermogen te trainen.
- Ontwikkelt een zekere vaardigheid in het voorkomen dat hij of het publiek tijdens de improvisatie de draad kwijtraakt.
Na de cursus
Kies een inspiratiebronAls je een verhaal gaat improviseren, kies dan bewust een van de bronnen waar je uit wilt putten ter inspiratie:
• Vraag aan het publiek een suggestie (bijvoobeeld een alledaags gebruiksvoorwerp) waarop je associeert.
• Verander iets aan je houding en laat dat de inspiratie zijn voor een personage. Kies bijvoorbeeld om als hoofd-, borst-, buik-, of voetmens op te komen. Of kies een lichaamsdeel dat leidend is voor dit personage.
• Kijk, vlak voor je opkomt, om je heen en neem een voorwerp mee dat zich aandient.
• Kom ‘leeg’ op en observeer: kijk, luister en ruik. Zie je publiek, hoor wat er aan geluiden in de zaal (of daarbuiten) zijn. En laat je verrassen.
Blijf je ervan bewust dat er nooit niets is. Zelfs als je een blackout hebt. Dan is dát er: “Op dat moment had ze geen enkel idee…”
Verhaalontwikkeling
• Houd het simpel. Teveel nieuwe ingrediënten maken het verhaal onoverzichtelijk en doelloos.
• Gebruik wat er al is en voeg zo min mogelijk nieuws toe. Denk aan de achteruitloop-oefening.
• Oefen de 3-zinsverhaaltjes: over wie gaat het; wat gebeurt er; hoe loopt het af. En oefen met de story spine.
• Zorg dat snel duidelijk is waar het verhaal over gaat: welke vraag moet beantwoord worden, welk probleem moet opgelost, of welke schat gedolven? Ga dan problemen stapelen. Maak het erger. Find your hero and make him suffer. Hoe groter de problemen worden, hoe spannender het wordt – ook voor jezelf om hier nog een uitweg in te vinden!
• Vraag het publiek aan het eind of zij nog vragen hebben. Mocht je open eindjes hebben in je verhaal, dan is dit de perfecte manier om die af te hechten.
Spanningsboog
Gebruik de oefening ACE als je merkt dat er ‘iets’ moet gebeuren. Voeg Actie toe als het lijkt te kabbelen; voeg Kleur/detail toe als het verhaal maar doordendert; en zet de tijd stil door Emotie te beschrijven.
Literatuurtips
Op onze Campus vind je tips voor boeken en websites die aansluiten bij deze workshop.