Een cursus op het grensgebied van vertellen en theater. Welke uitdagingen bieden theatertechnieken om de vertelkunst te verrijken? In het eerste gedeelte van de cursus wordt een drietal theatertechnieken verkend en getraind: het ruimtegebruik, de presentie van de verteller, en het uitspelen van korte scènes. Deze technieken worden in het tweede deel van de cursus toegepast op een verhaal dat de deelnemers vooraf hebben voorbereid.
Voor wie?
Voor deelname aan deze cursus moet je de cursus 'Verteltechniek: dialoog, ruimte en timing' (voorheen 'Verdiepingscursus') gevolgd hebben.Deze cursus maakt deel uit van de Leerroute (2) Vertellen voor een groot publiek en de Leerroute (1) Vertellen met en voor kinderen. Volg je een leerroute? Bekijk dan deze aanwijzingen bij de cursus.
Praktisch: lesgeld, locatie, tijden
Cursus op twee zaterdagen van 10.00-16.00 uur in Theaterhuis De Berenkuil, UtrechtDatum: zie kopje Cursusdata (rechts op groot scherm, onder op mobiel.) De aangegeven data zijn startdata; wanneer je op de link klikt, zie je ook de vervolgdata. De website geeft automatisch aan of er nog plek is.
Is er nog geen datum gepland? Neem dan contact met ons op, zodat je een e-mail ontvangt zodra de datum bekend is.
Docent: Toos Ligtenberg
Lesgeld: € 240,- (incl. 21% BTW NL)
Vragen?
Heb je nog vragen? Kijk dan eerst bij onze veelgestelde vragen voordat je belt of mailt.
Aanmelden
Klik bij het kopje Cursusdata op de cursus van je keuze of ga rechtstreeks naar het inschrijfformulier.Na inschrijving via de website, ontvang je een e-mail met een bevestiging en een factuur.
Bekijk voor je inschrijft ook onze inschrijfvoorwaarden!
Uitgebreide beschrijving
Theater speelt zich af op het toneel. Van de spelers wordt dan ook verwacht dat zij die ruimte optimaal gebruiken. Daardoor is het publiek, in die grote of kleine zaal, in staat om zelf beelden te creëren die het toneel met illusie vullen. Bij het vertellen speelt het verhaal zich niet op het toneel af, maar veel meer in de hoofden van de luisteraars. Toch blijft het vertellen op dat grote of kleine toneel het oriëntatiepunt voor de toehoorders. Voor hen is de verteller de “presentator” van het verhaal en het toneel de omgeving waarin het verhaal ontstaat. Dat is de plek waar het publiek tijdens het verhaal naar kijkt. Het vormt de achtergrond van het verhaal. In deze workshop onderzoeken we drie theatertechnieken, die de aanwezigheid van de verteller op de vertelplek versterken en de verbeelding van het verhaal ondersteunen.De aanwezigheid van de verteller op de speelplek:
- Hoe gaan acteurs om met de ruimte?
- Hoe kun je de vertelruimte als “medeverteller” gebruiken?
- Welke manieren zijn er om het start- en eindpunt van een verhaal in de ruimte te markeren?
Het inleiden van een verhaal voor het publiek:
- Hoe gaan acteurs te werk bij het houden van een monoloog?
- Welke theatrale middelen kan een verteller inzetten om een toepasselijke houding uit te stralen?
- Hoe kun je de betrokkenheid van het publiek bij je aanwezigheid vergroten?
Het verbeelden van personen en gebeurtenissen in een verhaal:
- Hoe kun je personages vorm geven met behulp van archetypen?
- Welke mise en scène past bij de gebeurtenis uit het verhaal?
- Hoe gebruikt de verteller emoties als een drijfveer voor verbeelding?
Werkwijze
De cursus bestaat uit twee dagen. Tijdens de eerste dag worden bovenstaande drie technieken geïntroduceerd en getraind. Daarbij gebruiken we oefeningen uit de wereld van het theater. Tijdens de tweede werkdag wordt aan de hand van een verhaalfragment, dat de deelnemers zelf voorbereid hebben, aan de integratie van één of twee van deze technieken gewerkt. Daarbij geeft de docent individuele regieaanwijzingen. Bij het gekozen verhaalfragment formuleert de deelnemer een werkvraag.
Studiemateriaal
Op onze Campus staat een pagina met studiemateriaal bij deze cursus, waaronder de voorbereidingsopdracht.
![]() |
![]() |
![]() |
|
Klik hier voor informatie over de betekenis van deze pictogrammen.
|