storytelling bijbelverhalen kerstverhaal vertellen

Blog geschreven door Vertelacademie docente Peterine Kooijmans

Dat kerstverhaal over de geboorte van Jezus, is dat nou eigenlijk echt gebeurd? Werd hij geboren uit de maagd Maria, in een stal bij de os en de ezel in een kribbe? Was God zijn vader? Of het nou waargebeurd is of niet, het is een verhaal. Ooit is dit verhaal opgeschreven. Misschien dat het als volgt is gegaan.

Elke vrijdag komen Matteüs en Lucas bij elkaar om te praten over de verhalen die ze hebben geschreven of gaan schrijven over Jezus. Inmiddels hebben ze al een hele stapel. Ze zijn echter nog niet tevreden over het begin. Hoe moet het verhaal toch beginnen? Na hier een tijdje over nagedacht te hebben heeft Lucas een idee. Het moet beginnen met een geboorteverhaal!

Lucas legt zijn idee voor aan Matteüs als ze samen in de herberg zitten achter een kom dampende geitenmelk. Matteüs is meteen enthousiast, zeker dat is mooi, een geboorteverhaal. Hij zegt er echter meteen bij dat hij helemaal niets weet over de geboorte van Jezus. Hij vraagt aan Lucas of hij iets weet. Lucas weet ook niks. “Maar dat hoeft toch ook niet. Voor belangrijke mensen, voor koningen bijvoorbeeld en veldheren hebben ze altijd geboorteverhalen verzonnen, achteraf nadat ze al waren overleden. Van die geboorteverhalen dat je in die baby al kunt zien wat voor bijzonder mens het gaat worden.”

Matteüs zet zijn kom met geitenmelk neer en kijkt Lucas verbaasd aan. “Zeg je nou dat vertellers van die geboorteverhalen dit allemaal uit hun duimzuigen?” Lucas lacht “Nee dat nou ook weer niet. In zijn volwassenen leven heeft de koning of veldheer laten zien, in zijn daden, dat ie bijzonder was. En zo’n bijzonder persoon verdient een bijzonder geboorteverhaal.”

Matteüs begrijpt het nog niet goed en vraagt Lucas om een voorbeeld. “Nou, bijvoorbeeld, dan laten ze hun held uit een maagd geboren worden, omdat ze ervan overtuigd zijn dat hun koning, gezien alle goede dingen die hij in zijn leven heeft gedaan, geen gewoon mens is, maar een zoon van de goden. En dan krijgt de held in zo’n verhaal niet een aardse, maar een hemelse vader. Snap je ‘m?” Matteüs, die net een slok van zijn geitenmelk wil nemen, verslikt zich bijna. “Maar zo zien wij Jezus toch ook. Voor ons is Jezus toch ook een godsgeschenk? Als iemand die in zijn daden lijkt op God. Als ik tenminste zit te fantaseren over hoe God eruit zou kunnen zien, dan moet ik altijd aan Jezus denken.”

Lucas en Matteüs steken de koppen bij elkaar. Ze besluiten dat ze Jezus ook zo’n bijzonder geboorteverhaal verdient. Ze laten ook hem geboren worden uit een maagd.
“Ja, dat doen we,” roept Lucas enthousiast. “Uh, hoe heette zijn vader ook alweer? Jozef, oh ja Jozef, een timmerman uit Nazaret. En zijn moeder heette Maria, dat is mooi, Maria. Jezus is geboren uit de maagd Maria.”

Matteüs zijn ogen beginnen te glimmen “En dan laten we een paar engelen op en neer vliegen, zodat iedereen snapt dat Jezus niet zomaar een sterveling was, maar dat de hemel in het spel is. Want dat geloven wij toch?” Lucas knikt. “Ja, en we geloven dat Jezus een afstammeling is van koning David. Dat hij die bijzondere mens is waar ons volk al zo lang naar uitkijkt. En deze persoon zou geboren worden in de stad Bethlehem.” Ze besluiten dat Jezus in hun verhaal dan ook in de stad Bethlehem moet worden geboren. In werkelijkheid zal dat wel in Nazaret zijn geweest, want zo heette hij ook Jezus van Nazaret.

Lucas kijkt een tijdje peinzend voor zich uit. Hij vraagt zich af hoe ze dan Jozef en Maria met de kleine baby in haar buik in hun verhaal van Nazaret naar Bethlehem krijgen. Matteüs bedenkt dat ze dan gewoon de volkstelling naar voren schuiven. Hij herinnert zich dat toen hij en Jezus klein waren er een volksteling werd gehouden. Iedereen moest naar de plaats gaan waar hij oorspronkelijk vandaan kwam. Dan moeten ze alleen nog bedenken op welke plek Jezus wordt geboren in die stad Bethlehem. Lucas oppert een grot, een herberg, een stal. Matteüs zegt dat hij erover na moet denken, want die plek, dat luistert nauw.

“Weet je wat we doen?” zegt Matteüs uiteindelijk. “Als we nu allebei een geboorteverhaal van Jezus maken, jij op jouw manier en ik op mijn manier.”
“Doen we,” zegt Lucas. Ze heffen hun kom geitenmelk en proosten. Volgende week, zelfde tijd, zelfde plaats. Dan gaan ze de geboorteverhalen aan elkaar vertellen!

 

Vrij naar Koning op een ezel van Nico ter Linde